Van Abdij Heverlee naar Citadel Dinant (3)


De beste manier om de Maas en zijn fraaie oeveromgeving te verkennen is per boot. Keuze in diverse toeristische rondvaarten is ruim, al zijn tijdens het Corona-tijdperk de vaartijden aangepast. De mooiste boottocht lijkt die met een doorgang van de sluis in Anseremme, die toegang verleent tot het wildste riviervlak van de Hoge Maas. De prestigieuze avondrondvaart op de nationale feestdag van 21 juli moeten we aan ons voorbij laten gaan, want het is pas juni. Geen idee of dat echt jammer is, want wij zijn niet van die feestvarkens in grote gezelschappen. Overdags met de boot ‘Le Sax’ de heenweg koersen en daarna in het donker terug. Orkest en buffet aan boord en een VIP-plaats voor vuurwerkspektakel in Dinant. Hoe vet cool zal dat zijn? 



Wij kiezen voor een bescheiden tochtje van 45 minuten heen en terug, waarin we rots Bayard, liefdeseiland ‘Ile d’Amour’, de Sint-Jansbrug en de Lesse ontdekken. Toevallig genieten we van het voorrecht om bovendeks voorin twee ‘VIP’-posities in te nemen, op ruim anderhalve meter van elkaar. Én op minstens anderhalve meter en verder van vele overige passagiers. Ons riante uitzicht toont genoemde highlights van dichtbij, kajakken op de Lesse is er jammergenoeg niet bij. Op de terugweg gaan we nog even onder de Charles de Gaulle-brug door, wat ons mooie beelden met de Citadel aan ene en het Collège Notre-Dame de Bellevue aan andere zijde oplevert. 




























We zijn niet alleen onder de Charles de Gaulle-brug door gevaren, we zijn er uiteraard ook overheen gelopen. De brug is 54 meter lang en vijftien meter breed. De voetpaden aan beide zijden zijn drie meter breed, alle ruimte dus om anderhalve meter afstand te houden. Ter ere van uitvinder van de saxofoon Adolphe Sax staat Dinant sinds tien jaar in het teken van de ‘Art-on-Sax-expositie’. Heel gezellig en vooral kleurrijk. Over de hele stad verspreid staan 28 reuzensaxofoons - meer dan drie meter lang -, waarvan een aantal op de brug, die aan de statige Franse staatsman is opgedragen. 



























Het regiment van Charles de Gaulle bestormt tijdens de Eerste Wereldoorlog op 15 augustus 1914 de Citadel van Dinant om deze op de Duitse bezetters te heroveren. De Gaulle, toen nog luitenant, wordt tijdens de oversteek van de brug in zijn been geraakt. De brug zelf wordt ruim tien jaar later - in 1925 - opnieuw opgebouwd. Tijdens WO II blaast het Belgische leger op 12 mei 1940 de brug op om oprukkende Duitse troepen tegen te houden. De brug onder onze voeten is in juni 1953 weer in gebruik genomen.



Pont Charles de Gaulle, over de meanderende Meuse, … sur le pont …, krijg ik de swingende neiging om mijn favoriete muziekinstrument te bespelen. De sax, machtig mooi medium. Maar dat kan ik helemaal niet. Nooit muziekles gehad, nooit een instrument bespeeld en … hier en nu drager van een mondkapje. Hoe uitdagend die kleurrijke grote jongens, voorzien van landennamen ook zijn, ik heb geen schijn van kans. Uitgeblazen, geen bolle wangen!


De Maasvallei heb ik wél befietst. Met groot genoegen, over de lange ‘voie verte’, het speciale pad, waar geen auto’s rijden. Vanuit Dinant willen wij onze terugreis in de richting van Namen maken, daar eventueel óók de Citadel bezoeken. Dat moet kunnen, waarbij we aan het eind van de middag opnieuw met onze Belgische vrienden in Overijse hebben afgesproken. Dat gaat ongetwijfeld met een hapje en een glaasje gepaard.


Op ons gemak toeren wij in onze Skoda-huurlimousine door de streek van de Hoge Maas. Vanuit Dinant voert ons dat in de richting van Anhée en Yvoir. Nog vóór we Profondeville bereiken, komt Erna op het lumineuze idee om de Tuinen van Annevoie te bezoeken. Als liefhebster is het voor haar een uitgelezen kans om in deze ‘watertuinen’ de zuiverheid van een stijlvolle tuin met de magie van het water te combineren. En dat lukt méér dan voortreffelijk. Als wij er parkeren, is de Tuin net geopend en zijn er geen andere bezoekers te bekennen. Hoe kunnen wij het zo treffen! We kopen een kaartje en kuieren door deze bijzondere omgeving, waar het water al 250 jaar lang ongedwongen omhoog spuit, uitsluitend door de natuurlijke niveauverschillen. Geen machine komt eraan te pas. Een netwerk van boven- en ondergrondse kanalen dooradert de tuinen. 
Het water loopt van de hellingen langs het kasteel, mogelijk gemaakt door een grote, vierhonderd meter lange waterloop ‘Grand Canal’. Dit systeem is een toonbeeld van communicerende vaten, zelfs de witte zwanen plukken er, waaks met hun jongen naast zich, de vruchten van. En de eenden niet te vergeten, natuurlijk, al gaan die razendsnel voor ons over het water op de loop.







De Tuinen van Annevoie, Rue des Jardins 37. Wat overvalt ons allemaal in dit domein dat tot het waardevolste erfgoed van Wallonië behoort. In de achttiende eeuw - vanaf 1758 - door Charles Alexis de Montpellier ontworpen en aangelegd. Majestueuze vergezichten, een kwartet bronnen, 48 hectare park, vijftig waterpartijnen en een aantal bomen van twee eeuwen oud. Water dat al 250 jaar zonder onderbreking stroomt. In de loop der tijden zijn in de stijl veranderingen en verbeteringen gerealiseerd. Drie stijlen mengen zich. In de Franse stijl corrigeert de kunst de natuur. Symmetrie is hoofdzaak, bochten en krommingen worden geschuwd. Deze tuinarchitectuur kiest voor lange, statige vergezichten. In de Italiaanse stijl harmonieert de kunst met de natuur. Hierin spelen afwisseling, contrasten en verrassende effecten een rol, waarbij de waterpartijen een ereplaats hebben. In de Engelse stijl imiteert de kunst de natuur. Deze sluit aan bij de trend ‘Terug naar de natuur’ van Jean-Jacques Rousseau en bij de Engelse romantiek. Op kunstmatige manier wordt een natuurlijke indruk nagebootst. 
Na elke bocht ontdekken wij de nieuwe landschappen. Franse tuinen met schitterende perspectieven, Engelse met verfijndheid en Italiaanse vol charme.

Het Kasteel en zijn omgeving worden gedomineerd door lange, majestueuze en kaarsrechte vergezichten. In 1696 komt het in bezit van Jean de Montpellier. Uniek in België, misschien wel in heel Europa, is het ‘Buffet d’eau’. Sinds de bouw in 1760 is het in werking gebleven zonder dat er ook maar één machine aan te pas is gekomen. Het voorraadbekken Grand Canal voedt de kleine waterval in het midden, de zeegoden Neptunus en Amfitrite hangen erboven. We lopen door de Grote Laan langs een rij bloemperken en zien vier beelden in trompe-l’oeil, die de vier seizoenen weergeven. Ze staan ook symbool voor vier levensfasen: kindertijd, jeugd, volwassenheid, ouderdom.

Aan het eind van ons bezoek komen we van dit fraaie landschap bij met een kop koffie. Indrukwekkende ervaring, meer dan de moeite waard. We hebben nog alle tijd om onze trip naar Namen te vervolgen. Onze bedoeling, op advies van vrienden Sabine en Serge, is om tweeduizend jaar geschiedenis in de Citadel van Namen, een van de grootste vestingen van Europa, op te slurpen. Onderaardse gangen vormen hier een reusachtig netwerk. Helaas treffen we het niet. Wegopbrekingen en drukte in de stad weerhouden ons ervan om een parkeerplaatsje te zoeken. Het is veel te warm, rond de dertig graden, dus kiezen we voor de airco van ons vervoermiddel om naar bekend terrein te zoeven. Dat lukt prima. Tussenstop bij brasserie ‘Zoete Bron’ in Oud-Heverlee resulteert in een versnapering. Eind van de middag melden wij ons op het riante terras aan de ruime tuin van onze vrienden in Overijse, waar we een nachtje blijven logeren.













Om ons België-weekje te vervolmaken pakken we op de thuisreis de aanraders van onze gastvrije vrienden met beide handen aan. Eerst naar het Kasteel van Terhulpen, dat zich in het hart van een uitgestrekt domein van uitzonderlijk erfgoed van Wallonië bevindt. Aansluitend naar Waterloo, om onze kennis van geschiedenis op te frissen. Het Domein van Solvay in Terhulpen, dat een deel van het Zoniënwoud en het Kasteel van Terhulpen omvat, bevindt zich op enkele kilometers van Brussel. Het prachtige kasteel, ooit in bezit van Graaf Solvay, is op de architectuur van de Franse kastelen langs de Loire gebaseerd. Dit patrimonium van Wallonië, ter grootte van 227 hectare, biedt adembenemende panorama’s. Beboste heuvels en vijvers, flamboyante natuur en een charmante ‘Franse tuin’. Zo’n 450 soorten wilde planten huizen tussen rododendron- en azaleabedden. Met de waterpartijen erbij is ook de fauna zeer gevarieerd. Het is een toevluchtsoord voor vele vogels en enkele kleine zoogdieren.

Het Kasteel van Terhulpen stamt uit 1842 en komt aan het eind van de negentiende eeuw in handen van sodamagnaat Ernest Solvay. Nu is het Waals Gewest de eigenaar. Helaas is het bouwwerk niet toegankelijk voor bezoekers, maar wel beschikbaar voor evenementen. Wij beschouwen onze wandeling door dit paradijselijk domein als een aangenaam evenement. In tegenstelling tot onze stop te Waterloo, waar het verkeer door het stadje voor opstoppingen zorgt en het aantal traptreden naar het monument ter ere van de veldslag ons een paar stapjes teveel is. 

Precies 205 jaar na de definitieve nederlaag van Napoleon Bonaparte aanvaarden wij het einde van ons België-avontuur, dat in zijn geheel als zeer geslaagd is geweest. Zeker als een heerlijke vismaaltijd in IJmuiden, niet ver van huis, tot besluit een aangenaam bourgondisch gevoel oplevert.




              Einde van Heverlee - Dinant - verhaal

Reacties

Populaire posts van deze blog

Naar Lapland, mysterieuze rafel van Europa

Aan de traag stromende Donau voorbij

Van Abdij Heverlee naar Citadel Dinant (2)