De Nachtwacht wacht …

Opwindende sfeer, rijk contrast tussen licht en donker, variatie in houdingen, gebaren en gelaatsuitdrukkingen. Rembrandts schilderij wekt de indruk van een dynamische momentopname, als een scène uit een toneelstuk. Bijna vier eeuwen geleden is de grote feestzaal van de Kloveniersdoelen - uit 1627 - de belangrijkste ontvangstruimte van Amsterdams stadsbestuur. De zaalwanden worden rond 1638 gedecoreerd. Aan de linkerkant van de grote wand komt Rembrandts werk. In opdracht van kloveniers worden tussen 1640 en 1645 schutterscompagnieën in hun pleisterplaats geportretteerd. Alleen de schutters die het gevraagde willen betalen, worden afgebeeld. Twee schutters, die op Rembrandts schilderij staan, verklaren in 1658 dat zestien geschilderde schutters ieder ongeveer honderd gulden betalen. De een iets meer dan de ander, afhankelijk of hij meer of minder prominent zichtbaar is. Lang is aangenomen dat Rembrandt aldus ongeveer zestienhonderd gulden verdient. Het vermoeden bestaat dat de twee belangrijkste figuren die in hun geheel op het doek staan, toch aanmerkelijk meer dan honderd gulden hebben betaald.
Overigens kan de waarde van ‘De Nachtwacht’ niet in geld worden uitgedrukt. Het doek is niet te koop en heeft evenmin ooit te koop gestaan. Het tv-programma ‘De Rekenkamer’ komt in 2011 tot een geschatte waarde van ruim vijfhonderd miljoen euro. De schutterij die de opdracht aan Rembrandt heeft gegeven, is een stedelijke instelling. Sindsdien is de gemeente Amsterdam eigenaar van ‘De Nachtwacht’ en beschikt het Rijksmuseum in de hoofdstad over ‘eeuwigdurende bruikleen’.

Op diverse plekken zaten lange sneden in de verf, die al lang geleden onzichtbaar zijn gemaakt. Onvoorzichtige schutters beschadigden het doek met hun pieken en hellebaarden, toen het schilderij nog in de Kloveniersdoelen hing. Meerdere oorzaken hebben het doek aangetast. Door natuurlijke veroudering ontstaan in de loop der jaren niet alleen barsten in het verfoppervlak, maar chemische processen veranderen ook de kleur en helderheid. Slijtage is eveneens een factor, die het aanzien van het doek verslechtert. De spectaculairste oorzaak is vandalisme. In 1911 hakt een werkloze scheepskok met een schoenmakersmes op het schilderij in, waardoor de vernislaag beschadigd raakt.

In 1975 bewerkt een psychisch gestoorde man het doek met een gekarteld tafelmes. Met twaalf steken gaat hij door het canvas heen. De beschadigingen hebben een lengte van 39 centimeter tot een meter. In 1990 voorkomt een snel ingrijpende suppoost ernstige schade, als een man het doek met zoutzuur besproeit. De zaalwachter bestrijdt de aanval onmiddellijk door gedemineraliseerd water op het schilderij te spuiten. Slechts de vernislaag blijkt aangetast.

Goedbedoelde restauratiemethoden kunnen eveneens desastreus uitpakken. Ooit viel bijvoorbeeld de hamer van een timmerman door het schilderij, maar dat is lang geleden. Halverwege 2019 is ‘Operatie Nachtwacht’ van start gegaan, volgens het Rijksmuseum de grootste restauratie van het schilderij aller tijden. Vooronderzoek zou tien maanden in beslag nemen, maar vanwege de coronacrisis gaat het langer duren. Medewerkers moeten minimaal anderhalve meter afstand nemen, dus kunnen er slechts twee tegelijkertijd aan het werk zijn. De bedoeling was dat de restauratie zelf rond juli 2020 zou beginnen. Dit wordt vanwege de coronacrisis op z’n vroegst begin 2021.


De Nachtwacht wacht …

Reacties

Populaire posts van deze blog

Naar Lapland, mysterieuze rafel van Europa

Aan de traag stromende Donau voorbij

Van Abdij Heverlee naar Citadel Dinant (2)